Marit Westerhuis
In eerder werk was haar eigen lichaam, en soms dat van anderen, het onderwerp van Marit Westerhuis’ praktijk. Ze onderwierp zichzelf aan talloze, langdurige metingen middels verschillende, vaak zelfgebouwde apparatuur. Sinds haar verblijf aan de Rijksakademie van de Beeldende Kunsten is ze breder gaan werken. Het is niet langer het vatten van het menselijk lichaam dat haar interesseert maar zaken als evolutietheorieën, alchemistische experimenten, natuurlijke verschijnselen en de allereerste technologische ontwikkelingen. Ze is vooral gefascineerd door de snelheid waarmee, als de acceleratie eenmaal inzet, de ene technologische ontwikkeling op de andere volgt.
Westerhuis’ huidige werk visualiseert een wereld waarin de mens niet langer de dominante levensvorm is (of zichzelf heeft uitgeroeid) en waarin de aarde andere levensvormen herbergt. Ze onderzoekt de eigenschappen van allerlei soorten vloeistoffen, van water tot bloed, maar ook de beeldtaal uit de steen- en bronstijd en ritualistische handelingen en beschouwingen over de natuur die ze vindt in Keltische en Noorse mythen. Het rationele vooruitgangsdenken dat technologie voorbrengt, wordt in haar werk gepaard met dat wat meestal als zijn tegenhanger wordt beschouwd: natuur, occultisme, offers, het bovennatuurlijke.