Albert Mol (Amsterdam, 3 januari 1917 – Laren (Gelderland), 9 maart 2004) was een Nederlands acteur, danser, cabaretier en schrijver.
Als danser trad Albert Mol vanaf de jaren dertig op in onder andere Italië, Zweden, Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk. Ook werkte hij als choreograaf. Hij danste zelfs kortstondig in de Scala in Milaan, maar kon daar niet blijven omdat hij vanwege zijn seksuele geaardheid geschaduwd werd door agenten van de plaatselijke zedenpolitie.
In eigen land werd hij bekend in de films Het wonderlijke leven van Willem Parel (1955) en Fanfare (1958) van Bert Haanstra. Hij trad in die tijd ook veelvuldig op in het ensemble van Wim Sonneveld. Grote bekendheid kreeg Mol met zijn rol als panellid van het jaren 70-spelletje Wie van de Drie, dat tot begin jaren tachtig zou voortbestaan. Na Wie van de Drie was hij vaste medewerker van de 1-2-3-show. Later speelde hij ook mee in de film Op hoop van zegen (1986).
In de nadagen van zijn loopbaan had Mol gastrollen in de comedyseries Toen was geluk heel gewoon en We zijn weer thuis. Hij had een succesvolle rol in een aflevering van de docudrama-serie 30 minuten van Arjan Ederveen (1995). In 1997 was Albert Mol wederom voor enkele afleveringen panellid in een remake van Wie van de Drie.
Mol heeft diverse boeken geschreven. Eén daarvan, Wat zien ik!?, werd in 1971 verfilmd door Paul Verhoeven. Toen Mol werd gevraagd of hij toestemming gaf voor het maken van een gelijknamige musical, reageerde hij met “Tuurlijk! Het zal tijd worden!”. In 2006 kwam de musical Wat Zien Ik?! uit, maar het resultaat heeft Mol niet meer gezien.